zaterdag 29 maart 2014

Van The Great Barrier Reef naar plakkerig Thailand

Long time no see... Hebben jullie me gemist? Voor het gemak vul ik dit in met "JA!". Ga lekker zitten voor een enorme lap tekst, maar dat ben je vast gewend van me inmiddels. Ik vat hier dan ook bijna 3 weken samen in schrift. Te veel woorden, maar nooit genoeg. De laatste dagen in Australie zijn enorm snel gegaan. Volgepakt met vermaak wil dat ook wel. Uiteraard heb ik Philip weer ontmoet in Cairns. Dat kon niet missen, gezien we bijna dezelfde reis in hetzelfde tijdsbestek deden. We verkenden Cairns een beetje, dat op zichzelf niet veel te bieden heeft, aten een hapje in zijn hostel en gingen uit in ditzelfde hostel - behalve een hostel, tevens een bar, cafe, reisorganisatie en gaarkeuken. van alle markten thuis dus - met wat mensen uit zijn dorm. Graag ontvluchtte ik mijn hostel, dat er van binnen uitzag als een gevangenis. Wel eentje met airco gelukkig. Verder vanuit Cairns een tweedaagse trip naar Cape Tribulation en het Daintree Forrest, waar ik zou overnachten in het regenwoud. En laat dit nu net haar naam eer aan hebben gedaan. Het regende pijpenstelen en zelfs zo hard dat onze tourguide aangaf dat hij slechts een keer eerder in de 17 jaar dat 'ie als gids werkzaam was hier zo'n regen had meegemaakt. In de nacht ervoor was bijna een halve meter water gevallen. De krokodillencruise starttte op een andere plek vanwege overstromingen. We hebben slechts een babykrokodil gezien, omdat de volwassen crocs zich (helaas voor ons) verder terug de mangroves in trekken, omdat ze daar meer kans hebben op voedsel: dieren die minder ontsnappingsruimte hebben vanwege het hoge water. Maar jeetje, we hebben een heuse krokodil gezien! In het wild! Er waren slechts 4 mensen die zouden overnachten in het regenwoud en dus werd ons een keuze voorgelegd: wilden we doorgaan, ondanks het weer en een kans dat we na een lange rit rechtsomkeer zouden moeten maken of met de kleine kans dat we de dag erna nog niet terug zouden kunnen komen? Of kozen we eieren voor ons geld en zouden we het niet-zonnige dagtripje afmaken met een gedeeltelijke refund van ons geld? We kozen allemaal voor optie 1. En wat ben ik hier blij om. Het hostel lag prachtig middenin het regenwoud en het was eigenlijk vrij gemakkelijk te bereiken, ondanks de hoeveelheid regen. Omdat het op een gegeven moment zelfs droog was, zijn we het strand gaan bekijken, waar het hostel direct aan grensde. Die avond regende het wederom gigantisch, maar het kalmeerde ook en ik viel op tijd in slaap. De ochtend erna ben ik met de twee Amerikanen (Sean en Brian), die ik van deze trip kende, een wandeling naar een lookout point gaan doen. Geweldig mooi en ontzettend plakkerig, want regenwoud is benauwd. De tocht terug over het strand bracht een uitdaging met het doorwaden van regenwaterrivieren, die naar de zee voerden. Tot ver over onze knieen stonden we erin. Om 13.00 uur kwam de chauffeur ons ophalen om de trip te vervolgen. We sloten ons bij de daggroep aan en wie zat daartussen? De Canadese Jamie, met wie ik de Whitsundays heb gedaan. Gezellig dus! Die avond hebben we met een paar gegeten en een drankje gedaan. En toen was daar de dag waarop ik jaren gewacht heb. De dag waarop een droom uitkwam. Ik mocht dan eindelijk het Great Barrier Reef met eigen ogen bekijken en er zelfs snorkelen en een beginnersduik doen. En wat was dit geweldig gaaf! Geen woorden die deze ervaring beschrijven, maar ik zal een beetje een beeld proberen te schetsen. Denk: vissen en koraal in alle kleuren, vreemde vormen en maten, een sterke stroming en zo dicht bij kunnen komen dat je vissen en koraal zou kunnen aanraken. Uit respect doe je dit uiteraard niet! De vissen leken ook totaal niet onder de indruk te zijn van al deze mensen in gekke blauwe pakken (stingersuits, want nog steeds is het stingerseason in Aussie) en ze bleven vlak bij komen. Wij waren des te meer onder de indruk van hen. De duik vond ik wat eng. De stroming was zo sterk, dat het de hele tijd voelde alsof ik afdreef en dit betekende ook dat ik niet zo goed op 1 plek kon blijven drijven als dit nodig was. Gelukkig nam de ervaren duikinstructeur mij en het andere meisje bij de arm en liet ons van alles zien onder water. We zagen zelfs een haai! Nee, gelukkig geen witte;) Na deze topdag heb ik met Nora en Michael, die ik ken van Fraser Island, een drankje gedaan en even gezellig bijgekletst. De dag erna kwam ik ze opnieuw tegen op het vliegveld, vanaf waar ik vloog naar Bangkok, Thailand. Smog hectiek geldkloppers oplichters dieven vies Bijna ondergereden. "TUUUUUUUUTTT!!!" Ga opzij, we hebben haast. Allemaal. Altijd. Het leven is er zwaar; all work en no play. Elke dag opnieuw. Maar wat ik ook zie is de verborgen schoonheid Rust in een tempel Respect voor het Boeddhisme Geurende straten met overheerlijk voedsel, genoeg voor iedereen Gezelligheid en samenzijn Nieuwe vriendschappen worden gebrouwen, herinneringen gebouwd Ook een glimlach doet er wonderen Markten met koksnoot en curry versterken de sfeer. Eclectische expressies; vriendelijk glimlachend lichten ze je op De gang van alledag Als rijke toerist lig je er niet wakker van Wel van de schrijnende oneerlijkheid soms Bangkok, een stad vol verborgen dromen Verlangend naar steeds een nieuwe dag Heb je het beeld? Dat is voor mij Bangkok. Ik heb er leuke mensen ontmoet. Lekker gegeten. De Chatuchak, een van de grootste markten ter wereld bezocht. We zijn naar de Skybar geweest (die uit The Hangover II, een film die ik niet heb gezien) waar we prachtig uitzicht genoten. Het Grand Palace bezocht, een tempelcomplex overladen met goud en glinsteringen. Erg mooi en enorm over the top. We grinnikten er om een Chinees die foto's nam van elk boompje dat er stond. En dat terwijl er zeeen van goud op hem lagen te wachten. Daarnaast was de liggende Buddha super. En reusachtig. En ook weer goud natuurlijk. Maar wat stond ik voor een aangename verrassing, toen ik daar ineens de rust van de stad kon ontvluchten in een tempel. Het respect voor het geloof maakte dat iedereen doodstil was en zowel toeristen als locals mengden zich hier om te bidden of even in en uit te ademen. Een spirituele ervaring. En toen was ik klaar met Bangkok en besloot ik de rust op te zoeken op Koh Tao, een van Thailand's getaways, in de vorm van een heerlijk eiland. Waar je de hectiek van Bangkok nog proeft op de pier, met taxi's die je allemaal op jouw plaats van bestemming willen brengen. Scooters en pick-up trucks boordevol backpackers manouvreren zich tussen de voetgangers door. Andersom nog meer. Crepes met suiker, limoen en koksmelk, pittige curry en halfrauwe hamburgers, ook als je ze terugstuurt en een nieuwe krijgt. Duiken en snorkelen, a boat that rocks, haaien vissen koraal Uitgaan met nieuwe vrienden. Relaxen op het strand met een drankje, kijkend naar mensen die niet zozeer spelen met vuur maar er hun beroep van hebben moeten maken. Triest maar waanzinnig om hen aan het werk te zien en men leeft van de van de fooien, die je dan ook gul geeft. Het vurige filmpje probeer ik op Facebook te krijgen en anders zullen jullie het met foto's moeten doen;). Zoveel indrukken in slechts twee dagen. Koh Tao in een notendop. En dan mag ik het geweldige uitzicht vanaf Turtle Island, alleen te bezoeken met een snorkeltripje, niet vergeten. Jeetje wat een paradijs. Als ik iets in gedachten mag nemen waar ik naartoe zou gaan voor een momentje van rust, dan is dit de place to be! Meditatie? Ik ga daar naartoe. Toen voor een nacht en een dag terug naar Bangkok. Ik mistte op een haar na de trein. Ik werd aangetikt door een soort conducteur die alles regelde op het station aldaar en liet mijn kaartje zien. Hij riep dat ik een andere trein moest hebben en gebaarde me mee te komen. Ik volgde de rennende man met mijn grote backpack, de twee jongens die ik op de ferry had ontmoet beduusd achterlatend. "Die zien we nooit meer te-rug", zullen ze vast gedacht hebben. In Bangkok sprak ik af met de Amerikaanse Sean en Brian, die ik kende uit Cairns, Australie. We huurden een auto met chauffeur (ja zo gaat dat daar) en gingen die daar naar Ayuthaya. Deze stad was van 1350 tot 1767 de hoofdstad van Siam en staat vol met ruines van tempels, die op de Unesco World Heritage lijst staan. Zeer indrukwekkend, evenals het Buddha hoofd dat men ooit in een boom kerfte. Die avond genoten we van drankjes op de Koh San Road, DE uitgaansstraat in Thailand. Ik begon vanaf dan ook een beetje aan de benauwende hitte van Thailand te wennen en voel me niet continu meer plakkerig en zweterig. Ik vervolgde mijn reis en nam de nachtbus (met twee Nederlanders uit het hostel) naar Chiang Mai, om daar Sjoerd te ontmoeten:D Een busreis is zo geregeld, het eten bleek een hele beproeving. Omdat we echter moesten avondeten, kochten we wat snacks bij de 7 11 op de hoek. Ik voelde me avontuurlijk en koos een pinda-ansjovis mix en kaaspopcorn, New York style, whatever dat mag zijn. Nou, dat heb ik geweten en met mij mede-reizigers, die ik lastig viel met deze interessante smaken. De ansjovis mix was zoetig, de kaassmaakpopcorn nog zoeter. Alsof men eerst had besloten zoete popcorn te maken, maar zich toch bedacht en er kaaspoeder overheen gooide. Bij het eerste hapje denk je: "Best oke", bij het tweede hapje al: "Minder oke". De bus stopte tijdens een enorm hobbelig ritje bij een tankstation. Ik besloot wijs om voor veilig te gaan en koos zoute Pringles. Mijn mede-reizigers leerden niet van mijn fouten en kozen dingen als zeewier - wat ik heerlijk vind, maar hij niet - en zoete aardappelchips (wat lijkt gewone aardappel die gezoet is te zijn). Ik heb het uitgespuugd. Nee, geef mij maar die " oude vertrouwde pittige curry en een satay'tje". " Alstublieft". In Chiang Mai zag ik Sjoerd dan eindelijk. Wat gaaf is het om gezellig bij te kletsen en te lachen en om op die manier een stukje thuis te hebben. Die avond hebben we de Night Bazaar verkend en een soort Dr. Fish uitgeprobeerd. Kriebelig. De volgende dag zijn we naar Pai vertrokken, een heerlijk relaxed stadje met een goede vibe. Mensen schijnen er enorm te blijven plakken of willen helemaal niet meer weg. Het hostel was een circushostel, waar mensen oefenden met jongleren met of zonder vuur, koord konden lopen en meer. Het uitzicht vanaf hier was ook top. We sliepen in een soort hutje, wat weer eens wat anders is dan een hostel. Het was een beetje een kampeer-idee. De wc's/doucheruimtes laten zich dan ook samenvatten als volgt: Harige motten, krioelende mieren en net iets te grote kieren. In Pai hebben we een yogacursus gedaan bij Mam's Yoga. Het 67-jarige vrouwtje was er een uit miljarden. Uniek dus. Alles aan haar was tijgerprint, tot aan dr haren toe. Sjoerd en ik: "Oh, dat kleedje is ook tijgerprint." "Oh, haar zonnebril ook." "Oh en kijk haar schoenen." "Jeetje, nu zie ik dat dr haar ook in tijgerprint is." Yup! Ze had het niet op Chinezen en maakte dit op een hilarische, maar zeer racistische manier duidelijk. Ze zou bij elk autoongeluk helpen, maar als het Chinezen waren liet ze ze lekker liggen. Haar woorden. Terug naar de yoga, die overigens dik in orde was. Ik heb zelfs op mijn hoofd gestaan. Zo lenig als het 67 jarige vrouwtje was ik echter niet. Met gemak wrong ze zich in de meest ingewikkelde posities, ons verbijsterd achter latend. We deden voor de yoga een meditatie (ik dacht aan mijn haven, Koh Tao) en kregen een huisgemaakte lunch na de work-out. Die avond hebben Sjoerd en ik wat leuke mensen ontmoet. Dat gaat heel gemakkelijk in Koh Tao, gewoon op de straat bij het avondmarktje dat er iedere avond is. De dag erna hebben we een scooter gehuurd. We verkenden de buurt, bezochten de temple on the hill, een aardbeienplantage, een canyon en meer. En ik ben gevallen. Tegen mijn onderbuikgevoel in reed ik achter Sjoerd aan een zandweg op en hup, daar lag ik. Knie kapot en dus zijn we op zoek gegaan naar iemand met een EHBO-kit, gezien Sjoerd en ik die van ons op onze kamer hadden laten liggen. Ontzettend stom natuurlijk! Nadat een vriendelijke Thai me oplapte, kropen Sjoerd en ik weer achter onze stuurtjes en vervolgden onze weg. Die avond hebben we weer afgesproken met de mensen van de avond ervoor en we dronken Mojito's, die ze in een bar in allerlei smaken hadden. Lychee en aardbei waren voor mij de winnaars. Pai draait sowieso om eten, met heerlijke smoothies, geweldige groenten uit de wok, de avondmarkt vol streetfood en de kookcursus die Sjoerd en ik gister hebben gedaan. En oh wat was dit leuk en lekker. We begonnen met Thai fried rice, maakten vervolgens een sticky rice met mango en hierna bezochten we de lokale markt, waar onze kookheldin ons van alles leerde over Thais eten, kruiden, welke groenten je waarvoor gebruikt, hoe je de meest verse producten kunt kiezen en ze leerde ons wat nieuwe dingen herkennen. We mochten ook wat dingen proeven. Daarna was het tijd weer aan de slag te gaan met de volgende gerechten: Yellow curry met groenten en kip, coconut soup met paddestoelen en kip en kip met groenten en cashewnoten. Nadat we alles lekker hadden opgepeuzeld, kregen we een receptenboekje, zodat we deze waanzinnige gerechten thuis kunnen brouwen:) De laatste avond werden we meegevraagd door mede-cursisten oom een drankje te gaan drinken en af en aan sloten diverse bekenden zich bij ons aan. Een heerlijke laatste avond in pittoresk en relaxed Pai! Ik had de cultuurshock met Thailand overigens meer verwacht. Het openbaar vervoer is over het algemeen erg goed geregeld en de mensen begrijpen je best (soms met handen en voeten). Dit betekent ook dat Thailand niet meer zo goedkoop is en ook dat de toeristen overal zijn. Spiritualiteit zal ik hier niet zoveel vinden als gehoopt, maar ik geniet van alles dat ik mee mag maken en blijf me soms verbazen over de unieke en bijzondere gewoontes die mensen hier hebben. Maar meer verbaas ik me over gekke toeristen. Maar waar het in Australie soms voelde als een grote verkleedpartij, waarbij mensen zich voordeden als hippies, maar niet hun normen en waarden delen en anderen veroordeelden of arrogant bekeken, voelt Thailand eerlijker. Het zal in de lucht zitten of misschien in het eten, maar mensen lijken allemaal oprecht en staan open voor nieuwe ervaringen, goed of minder goed. Liefs

zaterdag 8 maart 2014

Zout in mijn haar, de zee in mijn benen

Na mijn vorige blog, gaan we dit keer van Noosa naar Rainbow Beach, vanaf waar je het snelste naar Fraser Island kunt. De eerste avond kletste ik bij met de Nederlandse Ruben, die ik nog kende uit Rotorua, Nieuw-Zeeland. Het hostel organiseert iedere dag een gratis zonsondergang-wandeling naar Carlo's Sandblow, waar je kunt sandboarden. Een stuk minder spectaculair dan in de buurt van Cape Reinga, Nieuw-Zeeland, maar nog steeds supergaaf om te doen. En ook nog steeds superzwaar om omhoog te lopen in het zand. Kapitein Cook heeft deze plaats vernoemd naar één van zijn bemanningsleden, toen hij hier aan land kwam, back in the days (1770). Carlo dus. Ik denk me in hoe grappig het er uit moet zien als de complete bemanning van deze heuvel af bodysurft. De zonsondergang daar was supermooi. Denk witte stranden, een vurige kleurrijke lucht, uitzicht over bos en goed gezelschap. Je kon je laten zakken in het zand, alsof je in een soort troon zat. Hier kwam ik erachter waarom het "Sandblow" heet: o-ver-al zand, door de stevige wind. Hierna hebben Ruben en ik pizza gegeten met twee leuke mensen die we tijdens deze wandeling ontmoetten.
De dag erna heb ik mijn eerste surfles gehad. Rainbow Beach is er een geweldige locatie voor, met haar gekleurde stranden. Vandaar ook de naam "Rainbow Beach". Met deze achtergrond is het vallen en opstaan dat hoort bij leren surfen, beslist geen straf. Ook het zoute water in mond, neus en ogen mocht de pret niet drukken. Ik heb zelfs bijna gestaan. Mijn voorste been kreeg ik rechtop en ik leunde op mijn achterste knie. Toen ik probeerde ook op dit been te staan, vloog ik helaas van het board af. De stroming en de hoge golven maakten het surfen beslist niet makkelijker. Na elk half uur surfen, moesten we wel 300 meter teruglopen naar ons startpunt, puur en alleen door de stroming. Ik ga zeker nog proberen te surfen in de toekomst. Wellicht is Indonesië er een mooie plek voor, met dan als doel: daadwerkelijk staan en gaan!
Vrijdag was mijn Fraser Island dag. Al vroeg haalde de bus iedereen op om met de ferry over te steken naar Fraser. Vlak bij de kust van Fraser zag ik een dolfijn, maar toen ik dit naar de anderen riep, kwam 'ie uiteraard niet meer boven. Eenmaal op Fraser Island reden we eerst een stuk over het strand, wat ik persoonlijk echt heel vet vond. De gids, die heel veel wetenswaardigheden over het eiland bezit, gaf aan uit te kijken naar Dingo's, die veel voorkomen op Fraser. Fraser Island was vroeger een eiland waar men hout kapte en bewerkte: logging. De weg over het eiland is dan ook een oude "logging-road". Nou, dat hebben we geweten. Het voelde alsof we in een achtbaan zaten en werden meermaals uit onze stoel gelanceerd, slechts tegen gehouden door de gordel (veiligheid boven alles, kinderen, ik heb me netjes aan de regels gehouden). Het vreemde is dat ik normaliter snel wagenziek wordt, maar er die hele dag geen last van heb gehad.
Na een kop koffie met een overheerlijke blueberry muffin, reden we naar Lake Mackenzie, vernoemd naar één van de families die destijds op het eiland woonde voor de logging-industrie. Het meer is compleet gevormd door regenwater en heeft een azuurblauwe kleur. Het zand is spierwit. Ik heb heerlijk in het meer gezwommen met wat leuke mensen uit de bus. Omdat het een volle dag was, hadden we hier ongeveer 1,5 uur de tijd. Niet zo lang, maar wel genoeg. We deden nog een regenwoudwandeling en genoten hierna van een goedgevuld lunchbuffet.
We reden vervolgens een heel stuk over het strand, om bij een plek aan te komen met prachtig gekleurd zand. Door erosie waren verschillende lagen goed te zien. Van rood tot geel tot spierwit, het was er allemaal. Het kleine broertje van Rainbow Beach, net zo mooi als zijzelf.
Wat we hierna bezochten vond ik één van de gaafste en mooiste dingen die ik in Aussie heb gezien. Een compleet verroest scheepswrak, waarvan je slechts het geraamte nog herkent. Door de roest oranje gekleurd. Krabben verstopten zich in alle kleine schuilplaatsjes die het schip herbergt en mosselen groeien aan de onderkant, waar het water het schip aanraakt bij vloed.
We konden helaas de zee niet verder in dan met onze voeten, vanwege de kwallen, mantaroggen en haaien die zich in de wateren bij Fraser schuilhouden. In Eli's Creek haalden we dit dan ook in, tevens ons laatste punt van het programma. Hierna reden we over het strand terug naar de ferry. En ja hoor, eindelijk zagen we ze dan: dingo's. Twee jonge dingo's welteverstaan. Ze bekeken de bus met een enorme nieuwsgierigheid. Omdat ze wild zijn, moet je ze echter niet aanhalen en voeren. Wanneer ze de keer daarop niet gevoerd worden, kunnen ze erg agressief reageren. Dingo's zijn afstammelingen van tamme honden. Toen er lang geleden eens een schip aanmeerde op het eiland, ging de bemanning van boord en liet de honden die mee waren vrij om ze op zoek te laten gaan naar voedsel. Na enkele dagen waren de honden nog niet terug en waren ze nergens meer te bekennen. Het schip stond echter op het punt te vertrekken. Men besloot de honden daarom maar achter te laten op het eiland. Dat waren dus de eerste dingo's, die hierna al snel verwilderden.
Terug in Rainbow Beach keek ik samen met wat anderen twee films en sliep hierna als een baby.
Mijn laatste dag in Rainbow heb ik de rest van mijn reis in Australië gepland met behulp van de vriendelijke dame van Travel Bugs, een bekend reisbureau in Australië. En met gratis internet en wifi en dus vol backpackers. Hierna was het plan om een middagje aan het strand te liggen, maar ik waaide er steeds vanaf. Na een half uurtje hield ik het voor gezien en ging terug naar het hotel, waar ik Ruben weer tegenkwam, die terug was van zijn 3-daagse Fraser Island tripje. Met een groep zijn we weer pizza gaan eten in hetzelfde tentje als de vorige keer. Echt de beste pizza's die ik in lange tijd heb gegeten. Die avond was er een strandfeest. Hier dronken we een biertje en bekeken twee mensen die "speelden met vuur". Ik kan niet op de naam komen, maar het zijn kabels/touwen met een vuurbol. Erg knap wat ze hier allemaal mee konden. Tegen de pikzwarte nacht stak het geweldig mooi af. Daarnaast heb ik nooit zo'n indrukwekkende sterrenhemel gezien als daar. Omdat Rainbow Beach slechts een klein dorpje is, is er 's avonds zo goed als geen lichtvervuiling. De Melkweg was hierdoor geweldig mooi in beeld. Ik kon niet stoppen met kijken.

De dag erna had ik een bus naar Agnes Water - Town of 1770, vernoemd naarhet jaartal waarin kapitein James Cook in Aussie aan land ging - waar ik slechts een nacht en een dag zou zijn. Ik ontmoette er geweldige mensen en heb de hele avond goede gesprekken gehad. De volgende dag ben ik met een paar mensen uit het hostel naar het strand gegaan, waar we bodysurfen uitproberen. Dit is surfen op de golven zonder board. Je blijft dan ook in het water liggen en wanneer de golf breekt peddel je je een ongeluk. Het lukt me 1 keer en verloor hierbij bijna mijn complete bikini. Dus... best lastig. Heel vreemd aan dit gedeelte van de kust waren alle mini-kwalletjes. Je voelde ze continu tegen je aankomen, maar gelukkig zijn deze ongevaarlijk. Omdat het stinger-season is, moet je op de meeste plekken een stinger-suit aan om je te beschermen als je de zee in gaat en vanwege de sterke stroming kun je op sommige plekken helemaal niet zwemmen. Fijn dus dat dit hier nog wel kon.
Goed, na wat vermaak in de golven, een heerlijke lunch bereid en toen zijn we naar een lookout punt gegaan, vanaf waar je de baai overzag. Ook naar een secret beach geweest. Hier was werkelijk niemand. Makkelijk te bereiken was het echter niet. Stijl naar beneden en met losliggende stenen, bladeren etc. En dus op slippers een hele kluif. Ik kwam ongeschonden uit de strijd, maar mijn bips heeft het echter geweten. Ik viel er 3 keer op. Toen mijn mond openviel en niet meer dicht wilde, wist ik dat het het waard was geweest; wat een strand en wat een mooie rotsen en azuurblauwe zee.

Die avond nam ik de nachtbus naar Airlie Beach, de plaats vanaf waar je de Whitsundays goed kunt bereiken. De eerste dag heb ik eerst bijgeslapen in de dorm die ik toen nog compleet voor mezelf had. Heerlijk! Hierna heb ik het dorpje wat verkend en toen ik terugkwam was de dorm bijna compleet gevuld. We maakten kennis met elkaar en spraken af die avond gezamenlijk te gaan eten in de bar van ons hostel. Wanneer je in het hostel verblijft krijg je elke dag een voucher voor een maaltijd naar keuze inclusief een drankje voor 6,50. Daar kun je zelf nauwelijks een maal voor bereiden in duur Australië! En prima eten ook!
Het koken in hostels ben ik echt gaan haten in Ozzie.
- De keukenvoorzieningen zijn er echt zoveel slechter dan in Nieuw-Zeeland. Staks in Thailand en Indonesië kun je in de meeste hostels niet eens koken, omdat er geen voorzieningen voor zijn, dus dan moet ik "helaas" elke dag uiteten, BAH! Mede-reizigers hebben me al voorbereid op het geweldige eten daar, dus ik ben benieuwd. Ik wilde dat ik wat mee kon nemen voor de mede-foodies onder jullie (iedereen, I guess?).-
Na het eten wierp ik een blik naar buiten en wie zag ik daar? Philip. We komen elkaar echt overal tegen, supergrappig. Die avond met hem en twee mensen uit zijn dorm besteedt. Erg gezellig.
De dag erna werd mijn skydive afgelast vanwege harde wind en regenbuien, ontzettend jammer, maar het staat weer op mijn bucket-list. Er moet immers wat te dromen overblijven. Door het koppel uit mijn dorm werd ik uitgenodigd een kop koffie met hen te drinken vóór zij verder zouden reizen om op een fruitfarm te gaan werken. Wanneer je je 2ejaars working-visa wilt krijgen, moet je 3 maanden boerderijwerk hebben gedaan in Australië.
En toen was het dan eindelijk zo ver: mijn Whitsundays trip op de Eureka II, een racejacht dat oorspronkelijk werd gebruikt in de haven van Sydney. Hier ontmoette ik de Canadese Jamie weer die ik kende van Noosa. Het eerste halfuur op de boot voelde ik me "on top of the world" en leerden we elkaar allemaal kennen. Na een tijdje begon ik me echter wat misselijk te voelen. Ik nam er een pil tegen maar omdat deze preventief werken was het al te laat. Jeetje wat voelde ik me beroerd zeg. Omdat het die ochtend dat we vertrokken supervroeg was, had ik ook nog geen fatsoenlijk ontbijt gehad. Dit maakte het er dan ook niet beter op. Tegen de lunchtijd probeerde ik wat te eten, maar zonder succes. Wat was ik blij de silicastranden van Whitehaven Beach te zien. Ik kreeg wat mueslirepen mee, zodat ik wat kon eten wanneer ik me beter voelde. We werden met een klein rubber motorbootje aan wal gebracht. Onderweg zagen we een enorme zeeschildpad, die zich tevens naar Whitehaven bewoog. Gaaf!
Eerst deden we er een wandeling naar een lookout point, vanaf waar we het complete strand konden overzien. Ik begrijp waarom men dit als één van de mooiste stranden ter wereld beschouwt. De kleuren van het water en het strand leken onwerkelijk, zo mooi. Bijna onecht zelfs.
Eenmaal op het strand zelf begon ik me weer goed te voelen. Ik at wat, nam vervolgens nog een pil (de vorige had ik immers uitgekotst) en kon weer genieten van alles. In onze stingersuits konden we zwemmen en dit deden we dan ook een tijdje. Zeeziek ben ik vervolgens niet meer geweest.
Die avond gooide de bemanning van het schip het anker uit in rustig water, waar we die nacht zouden blijven. Er werd ons een heerlijk maaltje voorgeschoteld van van-alles-en-nog-wat. En laat ik nou gek zijn op van-alles-en-nog-wat. We kletsten nog wat na, bekeken de sterren (ook hier supergoed te zien) en kropen in onze kajuit voor een nacht op het water.
De volgende dag was snorkeldag. Mijn eerste keer, dus ik had er superveel zin in. Ik voelde me direct thuis in het water en vond het door mijn mond ademen niet zo erg. De plek die men had uitgekozen om te snorkelen was werkelijk wonderschoon. Met kleurrijk koraal in bijzondere vormen en vissen in alle soorten en maten was het geheel zeer indukwekkend. Scholen vissen kwamen superdichtbij en leken geen angst voor ons te kennen. Ik was blij dat ik er de eerste 20 minuten op los klikte met mijn camera, want hierna liep 'ie vast, om er gewoonweg mee te stoppen. Shit! Ik mocht de laptop lenen van één van de anderen, zodat ik kon checken of mijn foto's ongedeerd waren en gelukkig staan ze allemaal veilig op mijn memorycard. Jammer van de camera, die ik nog maar 4 maanden had, maar zoiets is vervangbaar en dus geen enorme ramp.
Terug aan boord had de kapitein minder goed nieuws: we zouden die dag terug moeten naar Arlie Beach, in verband met een opkomende cycloon. Wat teleurgesteld begaven we ons naar onze laatste stop in the Whitsundays: een mooi strand, waar we nog wat relaxten. Hierna begon de spannende terugreis. Het weer was wat omgeslagen, wat betekende dat de boot soms balanceerde op 1 zijde en we moesten ons meermaals vastgrijpen aan de reling. Het klinkt nu dramatischer dan het was, want het voelde op geen enkel moment gevaarlijk. Het is wat je soms hebt bij zeilen, kennelijk:) Zeker iets dat ik ooit weer zou willen doen. Eenmaal terug spraken we met de kapitein over een refund voor de dag en nacht die we nu zouden missen. Hij gaf een bepaald bedrag aan dat het reisbureau had voorgesteld maar zei tevens dat we daar naartoe konden gaan om te onderhandelen. Omdat we het bedrag onredelijk vonden, deden we dit. Met het zout nog in onze haren en de zee in onze benen, liepen we terug. We leenden de knalgele schippersjassen van de boot tegen de regen. Heel wat mensen verdraaiden hun nek, maar we brachten wel een lach op hun gezicht en op onze eigen gezichten. Eenmaal bij het reisbureau aangekomen, bleek de vork anders in de steel te zitten: de dame moest de kapitein bellen om te onderhandelen, wat dus aangaf dat hij degene was die het bedrag vaststelde. Wat een domper! We besloten ons schuldgevoel bij het onderhandelen te vergeten en te gaan voor wat ons redelijk leek. Het was immers een dure grap  die Whitsundays trip. Uiteindelijk kwamen we op een redelijk bedrag uit. Hierna moesten we een hostel regelen. Mijn hostel was zo vriendelijk om de nacht van na de Whitsundays naar die avond te verschuiven. Mijn bier moest ik echter bij de receptie achterlaten, omdat ze een bar hebben en je geen eigen alcohol mag meenemen. Ik regelde de bus voor de ochtend erna naar Townsville en een hostel daar en kwam er te laat achter hoe laat de receptie zou sluiten. Dag bier... En toen bedacht ik me ineens iets: ik had mijn tablet op de boot laten liggen. En dus moest ik terug. Omdat het ergens achteraf was, het ver lopen zou zijn en het inmiddels donker was, belde ik een taxi. En wat was ik blij mijn tablet terug te hebben, met hierop alle foto's van Nieuw-Zeeland en Australië! Die avond luisterden de Canadese Jamie, de Zweedse Sofie en Josefin en ik naar live muziek en gingen hierna stappen en hadden een hele leuke avond, de domper van de trip vergetend.
Ook first world problems, die me de afgelopen dagen leken te achtervolgen, gaan voorbij. Alles in perspectief gezien, heb ik een geweldige tijd gehad in Airlie Beach en The Whitsundays en heb ik er een heleboel nieuwe herinneringen bij.
De vroege bus bracht Jamie en mij naar Townsville en Sofie en Josefin naar Cairns. Tijd om gedag te zeggen dus. In Townsville zou ik 1 nacht verblijven om de dag erna naar Magnetic Island - liefkozend Maggie Island genoemd door Ozzies - te gaan, waar ik 2 nachten zou blijven. "Zou" inderdaad, want ik kreeg een onderbuikgevoel, wat me zei niet te gaan. Ik besloot hiernaar te luisteren en cancelde. Een last viel van me af toen ik de bus voor morgen naar Cairns wist te boeken, evenals een nacht in een hostel. Vandaag in Townsville bezocht ik een marktje en liep wat rond. Ook heb ik een nieuwe camera gevonden.
Yes, I'm back!

Liefs