Renske Hoekstra
dinsdag 20 mei 2014
Van Bali naar het eilandleven op de Gili's en weer naar huis
zondag 27 april 2014
Water(gevecht) in Thailand, de lucht in naar Indonesiƫ en de vurige Ijen krater
Na mijn vorige blogpost verbleef ik nog enkele dagen in Thailand, voor ik naar wonderschoon Indonesië vloog.
Na een prachtige zonsondergang op 't strand, besloten we vroeg naar bed te gaan, zodat we op tijd ons bed uit zouden kunnen komen voor de zonsopkomst op Koh Lanta. Deze zou super moeten zijn aan de andere kant van het eiland. Die avond huurden we de scooters vast en we zetten onze wekkers op standje veel-te-vroeg. Met de slaap nog in onze ogen begonnen we aan onze rit. Helaas bleek het strand vinden een te grote uitdaging, zo 's ochtends vroeg. Gelukkig zagen we onderweg nog behoorlijk wat van de zonsopkomst. Met de mist die uit het landschap opsteeg echt een plaatje.
Toen de zon eenmaal op was zochten we een plekkie voor het ontbijt. Ook dit bleek moeilijk en toen we dan eindelijk wat hadden gevonden bleek het ook een regelrechte uitdaging voor de bediening om het juiste te serveren. Maar slechs 3 van de 6 mensen een compleet ander gerecht voorschotelen is best een aardige score...
Hierna zijn Evy, Sjoerd en ik een grot gaan bekijken met gids. De anderen hadden hier geen trek in en namen dus afscheid van ons. We vroegen de man achter de "balie" of het een lastige tocht in de grot was, gezien we alledrie slippers aan onze voeten hadden. Zijn weerwoord was dat het prima te doen was op slippers. Ja, natuurlijk zegt hij dat het kan, om geen klanten en dus knaken mis te lopen... De tocht naar de grot was al een kleine uitdaging op slippers, met wat geklauter en geglibber over gladde keien. De grot zelf was eigenlijk bijna niet te doen. Als een soort oude oma'tjes schuifelden we voetje voor voetje de grot door. En de gids maar gaan. Dat was overigens ook een stuk chagrijn dat niets zei. Misschien wilde hij "die zeurende Nederlanders" (over onze slippers) lozen? Uiteindelijk was het een hilarische ervaring, mede door het geglibber, het feit dat we op een gegeven moment liggend een doorgang door moesten en Sjoerd die bestaande nummers zong in zijn fake Russische taaltje.
De rest van de dag zijn we heerlijk gaan cruisen met de scooter. Een paar vrouwtjes vroegen, direct toen ze ons zagen: "cave?" Want ja, we waren zo ontzettend smerig door die grot. Pas na de zonsondergang, die we bekeken op een superschattig strandje, begaven we ons terug naar het hostel.
Ik werd uitgenodigd door de hosteleigenaar en diens familie om bij ze aan tafel te komen zitten en met ze mee te eten. Wat ontzettend lief! En jeetje wat eten die mensen pittig. Met stipt staat op wat ik daar heb gegeten op 1! Ik denk dat ik wel 20 minuten heb geprobeerd de brand in mijn mond te blusen.
De dag erna was het dan eindelijk die dag waar we al zo lang naar uitkeken: Songkran, het Thaise nieuwjaar. Tijdens dit enome watergevecht in de straten van Koh Lanta, blijft werkelijk niemand droog. Of je nu local of toerist, kind of volwassene was, iedereen dromde samen om de enorme bakken water die de locals buiten hadden gezet. Naar hartelust vulde iedereen zijn fles/emmer/waterpistool bij om deze vervolgens te legen op voorbijgangers op scooter, ter voet, achterop auto's of in tuktuks. De enige mensen die je niet nat mocht maken, waren moslims, gezien het een Boeddhistisch feest is.
De dag erop waren mijn kleren nog steeds niet helemaal opgedroogd, maar ze moesten toch mijn backpack in, gezien Evy, Sjoerd en ik ons weer naar het vaste land van Thailand zouden begeven. Ik bereidde me mentaal voor op de lange reis. Om 12.30 werden we opgehaald per minibus om zo met de ferry naar Krabi te vertrekken. Omdat het zo druk was, ontstond er ineens de kans dat we de ferry (en ik daardoor mogelijk de nachtbus naar Bangkok en dan dus direct ook mijn vlucht naar Indonesië) zouden missen vanwege de drukte rondom Songkran. De chauffeur lostte dit handig op door alle auto's in te halen via de verkeerde rijstrook. Echt, de rijstijl van de Thai... In dit geval was ik er echter wel blij mee want we waren prima op tijd in Krabi. Hier nam ik afscheid van Sjoerd en Evy, die er bleven. Ik vertrok per nachtbus naar Bangkok. Wat me echter niet was verteld, was het feit dat we met zijn 13en in een busje voor 10 personen moesten. Allemaal zaten we als sardientjes in een blikje, in het busje gepropt. En dat voor 2,5 uur lang. Ik denk dat we de luxe van de nachtbus erna dan ook wel verdiend hadden. Ruime stoelen en zelfs een film die op werd gezet. Dat kon slechter. Al om 05.30 kwamen we in Bangkok aan, waar een Taxichauffeur me een ritje van 1400 Baht (meer dan 35 euro) naar het vliegveld wilde verkopen. Mijn backpack had 'ie al achterin de auto gekieperd. Daar ging ik uiteraard niet mee akkoord en ik vond 2 mensen die wel een taxi wilden delen. Voor 300 Baht pp reden we uiteindelijk naar het vliegveld. In de hectiek/vroegte was ik echter vergeten dat Bangkok 2 vliegvelden kent. Uiteraard was ik naar het verkeerde gegaan. Haha oeps! Gelukkig was er een gratis shuttlebus tussen de vliegvelden en na 45 min was ik er dan eindelijk. Ik was zelfs nog anderhalf uur te vroeg om in te kunnen checken en door de douane te gaan. Tijdens de vlucht zelf ontmoette ik een aardige Indonesiër, die me van alles uitlegde over tradities, legendes en het geloof in Indonesië. Na de vlucht was ik zo moe dat ik niet eens zin had echt te onderhandelen met opdringerige taxichauffeurs. "Breng me gewon naar het hostel. Ik wil naar bed", dacht ik. Toen ik om 17.00 aankwam in het hostel, was ik dan ook enorm blij eindelijk een bed te zien. Ik was immers al onderweg geweest sinds 12.30 de vorige dag!
In Jakarta had ik een ontzettend leuk hostel geboekt. Six Degrees was modern, schoon en gezellig en de derde nacht sliep ik in een kamer/dorm met een soort hokjes in de muur. Elk hokje was echt een eigen kamertje met een gordijntje dat je kon dicht doen als je wilde slapen of behoefte had aan privacy. Een dorm dus, maar toch ook weer niet. Bedstee?
Ik ontmoette leuke mensen in het hostel, waarmee ik naar de oude Bataviastad gegaan ben. In de tijd van Nederlands-Indië was dit de hoofdstad. De Nederlandse invloeden zie je terug in de gevels van sommige gebouwen, die doen denken aan de Amsterdamse grachtenpanden en er is zelfs een "Gouverneurskantoor".
Vervolgens werden we in een museum belaagd door groepen schoolkinderen die met ons op de foto wilden omdat we blanke toeristen zijn en zij dit bijna niet zien. Je bent voor hen bijna een soort celebrity. Erg onwerkelijk en ongemakkelijk. Toen we dachten klaar te zijn met onze fotoshoot, wilden de juffen van deze kids ook nog eens. Op een gegeven moment waren we er dan ook wel klaar mee en begaven we ons naar buiten, om hier te worden overvallen door een gigantische stortbui. Elke dag dat ik in zowel Jakarta als Yogyakarta was, kwam het op een gegeven moment wel met bakken uit de hemel. Meestal duren deze buien een goed uur en komt er na regen daadwerkelijk weer zonneschijn.
Die avond wilden we naar een grote mall en konden we in de drukte maar geen taxi krijgen. Hierop besloot een soort tuktuk chauffeur dat we wel met zijn 5en in zijn bakkie konden. Foto hiervan staat op Facebook. Want dat het kon was een feit, maar hoe? Grappig was het wel. De chauffeur vond het maar wat leuk om 5 blanke dames in zijn TukTuk te hebben en moest dit showen aan wat collega-chauffeurs.
Met Karima en Sarah ben ik de dag erna op zoek gegaan naar een nieuw onderkomen voor ons laatste nachtje Jakarta, gezien Six Degrees vol zat. Hierna hebben we genoten van een heerlijke lunch met Javaanse specialiteiten.
De ochtend daarop nam ik de trein naar Yogyakarta. Deze 8 uur waren geen straf, gezien het uitzicht niet te versmaden was. De rit voerde langs rijstvelden, bananenbomen en bergen, zo groen ook allemaal! Tevens ontmoette ik in de trein weer een aardige Indonesiër die me wat tips gaf voor mooie dingen in Yogya en Bali. Met 2 mensen ben ik erna op zoek gegaan naar een hostel. Daar ontmoetten we nog meer mensen, waaronder uiteraard 2 Nederlanders. De nummer 1 toerist op Java, geloof ik. De dag erna zijn we met zijn allen de boel wat gaan herkennen en genoten we van Traditionele Javaanse dans.
We boekten tevens een tripje voor de dag erna. Om 04.00 werden we opgepikt om de zonsopkomst over o.a. de Borobudur te bewonderen. Na de zonsopkomst de Boronudur zelf bezocht met een gids die rijk aan kennis was. De Borobudur is een Boeddhistische tempel, die op de Unesco Werelderfgoedlijst staat en deel uitmaakt van de huidige 7 wereldwonderen. En ik begrijp waarom. Wat een prachtige en unieke tempel. De tempel waar we erna naartoe gingen was ook al zo mooi en staat tevens op de Werelderfgoedlijst. Ik heb het over de Prambanang.
Met Esther en Jolien heb ik de volgende dag een Batikcursus gedaan. De mensen wisten echt waar ze over spraken en waren heuse kunstenaars. Wij hebben het er ook best aardig vanaf gebracht en ik maakte een draak voor broertjes Jonas en Jasper. Wel met voorbeeld overigens, dat ik naar smaak aanpastte. Die avond nam de manager van het hostel mij en een hele groep andere hostelgasten op stap. We gingen uit eten in één van de betere restaurants in Yogya - waar je voor een hoofdgerecht nog steeds maar ongeveer 3 euro betaalde - en begaven ons erna naar een soort plantsoen waar twee bomen stonden. De legende gaat dat al je dromen uitkomen, wanneer je met ogen dicht tussen de bomen doorloopt. Het tv programma Mythbusters legde me ooit echter uit dat mensen niet meer dan enkele meters in een rechte lijn kunnen zwemmen of lopen, vóór ze in circels gaan bewegen. Daar gaat de mystiek. Tot slot hebben we met 9 personen een ritje gemaakt in een met neon verlichtte haan. Deze trapauto was er één uit velen en het blijkt echt een attractie in Yogya te zijn.
Op mijn laatste dag in Yogyakarta heb ik een kookcursus en een zilvercursus gedaan. Een heel leuk vrouwtje leerde me onder andere een geweldige garnalencurry en gesauteerde aubergines, Indo-style te maken. Tijdens de zilvercursus maakte ik een ring, samen met twee lieve Nieuw-Zeelanders.
De volgende ochtend begon mijn 3-daagse trip naar de Bromo vulkaan en Ijen krater. Meteen ontmoette ik al leuke mensen in het busje: de Engelse Emily en Hayley en de Franse John. En waar iedereen van stond te kijken: zelfs een piepjonge Thaise monnik deed het tripje. De eerste dag bestond compleet uit rijden, van 08.00 tot 22.00. Met knetterharde regen en al doodsangsten uitstaand reden we de laatste twee uur de berg op.
Volgende dag moesten we om 04.00 al in het busje zitten naar het viewpoint over Bromo en voor de kleurrijke zonsopkomst. Hierna reden we door naar de Bromo vulkaan. Het landschap verandert daar plots van supergroen naar een uitgestrekte grijze vlakte en daar doemt ineens de Bromo vulkaan uit op. Deze actieve vulkaan hebben we beklommen, zodat we in diens krater konden turen. Enorme wolken stoom komen er uit zetten en het uitzicht vanaf de top is onbetaalbaar. Daarna hebben we de rest van de dag weer gereden naar Ijen. Om 01.00 vertrokken we daar al weer, om op tijd te kunnen zijn voor één van de meest fascinerende en spectaculaire dingen die ik ooit heb mogen aanschouwen: blauw vuur!
Maar eerst de pittige, supersteile klim van ruim anderhalf uur in het pikkedonker naar de top. Gelukkig met gids. Het was superkoud, dus we droegen allemaal vele lagen. Vanaf boven aan de rand van de Ijen krater zagen we 't blauwe vuur al. Toen moesten we nog 40 min naar beneden over rotsblokken klauteren, de krater in. Maar was het waard. We konden superdichtbij komen en wat was dit vuur felblauw zeg. Dit ontstaat doordat zwavel op de bodem verbrandt. Dan naar boven, weer pittig. Het blauwe vuur dooft vervolgens in het licht van de zonsopkomst, waardoor de groene kleur van het kratermeer zich toont. De tocht naar beneden is in het ochtendlicht en laat zien hoe steil de tocht daadwerkelijk was. En ik kan je vertellen dat dit echt ontzettend steil is. Pas rond 07.00 uur waren we weer beneden na dit enorme avontuur.
Na het wat karige ontbijt (een klein broodje en een ei na zo'n urenlange tocht... are you kidding me?), vertrokken we om 08.00 richting de ferry naar Bali.
De bus van Java naar Bali, waarmee we tevens op de ferry gingen, was druk (met krukjes in gangpad), gigantisch heet en enorm krap. Ik moest met mijn benen in het gangpad zitten omdat ik ze voor me niet kwijt kon. Wij als toeristen tussen locals. Een vrouwtje achter me zat steeds aan mijn haar, heel gek.
En nu ben ik in Kuta op Bali, vanwaar ik vandaag al weer verder reis naar Ubud. Daarover meer in de volgende post.
Nog maar kort voordat ik weer naar huis ga. Ik heb er ook wel zin in, na zolang van iedereen weg te zijn en heb zelfs zin om een baan te gaan zoeken.
Liefs
donderdag 10 april 2014
There's no business like monkey business, but Elephants do it better
zaterdag 29 maart 2014
Van The Great Barrier Reef naar plakkerig Thailand
zaterdag 8 maart 2014
Zout in mijn haar, de zee in mijn benen
Na mijn vorige blog, gaan we dit keer van Noosa naar Rainbow Beach, vanaf waar je het snelste naar Fraser Island kunt. De eerste avond kletste ik bij met de Nederlandse Ruben, die ik nog kende uit Rotorua, Nieuw-Zeeland. Het hostel organiseert iedere dag een gratis zonsondergang-wandeling naar Carlo's Sandblow, waar je kunt sandboarden. Een stuk minder spectaculair dan in de buurt van Cape Reinga, Nieuw-Zeeland, maar nog steeds supergaaf om te doen. En ook nog steeds superzwaar om omhoog te lopen in het zand. Kapitein Cook heeft deze plaats vernoemd naar één van zijn bemanningsleden, toen hij hier aan land kwam, back in the days (1770). Carlo dus. Ik denk me in hoe grappig het er uit moet zien als de complete bemanning van deze heuvel af bodysurft. De zonsondergang daar was supermooi. Denk witte stranden, een vurige kleurrijke lucht, uitzicht over bos en goed gezelschap. Je kon je laten zakken in het zand, alsof je in een soort troon zat. Hier kwam ik erachter waarom het "Sandblow" heet: o-ver-al zand, door de stevige wind. Hierna hebben Ruben en ik pizza gegeten met twee leuke mensen die we tijdens deze wandeling ontmoetten.
De dag erna heb ik mijn eerste surfles gehad. Rainbow Beach is er een geweldige locatie voor, met haar gekleurde stranden. Vandaar ook de naam "Rainbow Beach". Met deze achtergrond is het vallen en opstaan dat hoort bij leren surfen, beslist geen straf. Ook het zoute water in mond, neus en ogen mocht de pret niet drukken. Ik heb zelfs bijna gestaan. Mijn voorste been kreeg ik rechtop en ik leunde op mijn achterste knie. Toen ik probeerde ook op dit been te staan, vloog ik helaas van het board af. De stroming en de hoge golven maakten het surfen beslist niet makkelijker. Na elk half uur surfen, moesten we wel 300 meter teruglopen naar ons startpunt, puur en alleen door de stroming. Ik ga zeker nog proberen te surfen in de toekomst. Wellicht is Indonesië er een mooie plek voor, met dan als doel: daadwerkelijk staan en gaan!
Vrijdag was mijn Fraser Island dag. Al vroeg haalde de bus iedereen op om met de ferry over te steken naar Fraser. Vlak bij de kust van Fraser zag ik een dolfijn, maar toen ik dit naar de anderen riep, kwam 'ie uiteraard niet meer boven. Eenmaal op Fraser Island reden we eerst een stuk over het strand, wat ik persoonlijk echt heel vet vond. De gids, die heel veel wetenswaardigheden over het eiland bezit, gaf aan uit te kijken naar Dingo's, die veel voorkomen op Fraser. Fraser Island was vroeger een eiland waar men hout kapte en bewerkte: logging. De weg over het eiland is dan ook een oude "logging-road". Nou, dat hebben we geweten. Het voelde alsof we in een achtbaan zaten en werden meermaals uit onze stoel gelanceerd, slechts tegen gehouden door de gordel (veiligheid boven alles, kinderen, ik heb me netjes aan de regels gehouden). Het vreemde is dat ik normaliter snel wagenziek wordt, maar er die hele dag geen last van heb gehad.
Na een kop koffie met een overheerlijke blueberry muffin, reden we naar Lake Mackenzie, vernoemd naar één van de families die destijds op het eiland woonde voor de logging-industrie. Het meer is compleet gevormd door regenwater en heeft een azuurblauwe kleur. Het zand is spierwit. Ik heb heerlijk in het meer gezwommen met wat leuke mensen uit de bus. Omdat het een volle dag was, hadden we hier ongeveer 1,5 uur de tijd. Niet zo lang, maar wel genoeg. We deden nog een regenwoudwandeling en genoten hierna van een goedgevuld lunchbuffet.
We reden vervolgens een heel stuk over het strand, om bij een plek aan te komen met prachtig gekleurd zand. Door erosie waren verschillende lagen goed te zien. Van rood tot geel tot spierwit, het was er allemaal. Het kleine broertje van Rainbow Beach, net zo mooi als zijzelf.
Wat we hierna bezochten vond ik één van de gaafste en mooiste dingen die ik in Aussie heb gezien. Een compleet verroest scheepswrak, waarvan je slechts het geraamte nog herkent. Door de roest oranje gekleurd. Krabben verstopten zich in alle kleine schuilplaatsjes die het schip herbergt en mosselen groeien aan de onderkant, waar het water het schip aanraakt bij vloed.
We konden helaas de zee niet verder in dan met onze voeten, vanwege de kwallen, mantaroggen en haaien die zich in de wateren bij Fraser schuilhouden. In Eli's Creek haalden we dit dan ook in, tevens ons laatste punt van het programma. Hierna reden we over het strand terug naar de ferry. En ja hoor, eindelijk zagen we ze dan: dingo's. Twee jonge dingo's welteverstaan. Ze bekeken de bus met een enorme nieuwsgierigheid. Omdat ze wild zijn, moet je ze echter niet aanhalen en voeren. Wanneer ze de keer daarop niet gevoerd worden, kunnen ze erg agressief reageren. Dingo's zijn afstammelingen van tamme honden. Toen er lang geleden eens een schip aanmeerde op het eiland, ging de bemanning van boord en liet de honden die mee waren vrij om ze op zoek te laten gaan naar voedsel. Na enkele dagen waren de honden nog niet terug en waren ze nergens meer te bekennen. Het schip stond echter op het punt te vertrekken. Men besloot de honden daarom maar achter te laten op het eiland. Dat waren dus de eerste dingo's, die hierna al snel verwilderden.
Terug in Rainbow Beach keek ik samen met wat anderen twee films en sliep hierna als een baby.
Mijn laatste dag in Rainbow heb ik de rest van mijn reis in Australië gepland met behulp van de vriendelijke dame van Travel Bugs, een bekend reisbureau in Australië. En met gratis internet en wifi en dus vol backpackers. Hierna was het plan om een middagje aan het strand te liggen, maar ik waaide er steeds vanaf. Na een half uurtje hield ik het voor gezien en ging terug naar het hotel, waar ik Ruben weer tegenkwam, die terug was van zijn 3-daagse Fraser Island tripje. Met een groep zijn we weer pizza gaan eten in hetzelfde tentje als de vorige keer. Echt de beste pizza's die ik in lange tijd heb gegeten. Die avond was er een strandfeest. Hier dronken we een biertje en bekeken twee mensen die "speelden met vuur". Ik kan niet op de naam komen, maar het zijn kabels/touwen met een vuurbol. Erg knap wat ze hier allemaal mee konden. Tegen de pikzwarte nacht stak het geweldig mooi af. Daarnaast heb ik nooit zo'n indrukwekkende sterrenhemel gezien als daar. Omdat Rainbow Beach slechts een klein dorpje is, is er 's avonds zo goed als geen lichtvervuiling. De Melkweg was hierdoor geweldig mooi in beeld. Ik kon niet stoppen met kijken.
De dag erna had ik een bus naar Agnes Water - Town of 1770, vernoemd naarhet jaartal waarin kapitein James Cook in Aussie aan land ging - waar ik slechts een nacht en een dag zou zijn. Ik ontmoette er geweldige mensen en heb de hele avond goede gesprekken gehad. De volgende dag ben ik met een paar mensen uit het hostel naar het strand gegaan, waar we bodysurfen uitproberen. Dit is surfen op de golven zonder board. Je blijft dan ook in het water liggen en wanneer de golf breekt peddel je je een ongeluk. Het lukt me 1 keer en verloor hierbij bijna mijn complete bikini. Dus... best lastig. Heel vreemd aan dit gedeelte van de kust waren alle mini-kwalletjes. Je voelde ze continu tegen je aankomen, maar gelukkig zijn deze ongevaarlijk. Omdat het stinger-season is, moet je op de meeste plekken een stinger-suit aan om je te beschermen als je de zee in gaat en vanwege de sterke stroming kun je op sommige plekken helemaal niet zwemmen. Fijn dus dat dit hier nog wel kon.
Goed, na wat vermaak in de golven, een heerlijke lunch bereid en toen zijn we naar een lookout punt gegaan, vanaf waar je de baai overzag. Ook naar een secret beach geweest. Hier was werkelijk niemand. Makkelijk te bereiken was het echter niet. Stijl naar beneden en met losliggende stenen, bladeren etc. En dus op slippers een hele kluif. Ik kwam ongeschonden uit de strijd, maar mijn bips heeft het echter geweten. Ik viel er 3 keer op. Toen mijn mond openviel en niet meer dicht wilde, wist ik dat het het waard was geweest; wat een strand en wat een mooie rotsen en azuurblauwe zee.
Die avond nam ik de nachtbus naar Airlie Beach, de plaats vanaf waar je de Whitsundays goed kunt bereiken. De eerste dag heb ik eerst bijgeslapen in de dorm die ik toen nog compleet voor mezelf had. Heerlijk! Hierna heb ik het dorpje wat verkend en toen ik terugkwam was de dorm bijna compleet gevuld. We maakten kennis met elkaar en spraken af die avond gezamenlijk te gaan eten in de bar van ons hostel. Wanneer je in het hostel verblijft krijg je elke dag een voucher voor een maaltijd naar keuze inclusief een drankje voor 6,50. Daar kun je zelf nauwelijks een maal voor bereiden in duur Australië! En prima eten ook!
Het koken in hostels ben ik echt gaan haten in Ozzie.
- De keukenvoorzieningen zijn er echt zoveel slechter dan in Nieuw-Zeeland. Staks in Thailand en Indonesië kun je in de meeste hostels niet eens koken, omdat er geen voorzieningen voor zijn, dus dan moet ik "helaas" elke dag uiteten, BAH! Mede-reizigers hebben me al voorbereid op het geweldige eten daar, dus ik ben benieuwd. Ik wilde dat ik wat mee kon nemen voor de mede-foodies onder jullie (iedereen, I guess?).-
Na het eten wierp ik een blik naar buiten en wie zag ik daar? Philip. We komen elkaar echt overal tegen, supergrappig. Die avond met hem en twee mensen uit zijn dorm besteedt. Erg gezellig.
De dag erna werd mijn skydive afgelast vanwege harde wind en regenbuien, ontzettend jammer, maar het staat weer op mijn bucket-list. Er moet immers wat te dromen overblijven. Door het koppel uit mijn dorm werd ik uitgenodigd een kop koffie met hen te drinken vóór zij verder zouden reizen om op een fruitfarm te gaan werken. Wanneer je je 2ejaars working-visa wilt krijgen, moet je 3 maanden boerderijwerk hebben gedaan in Australië.
En toen was het dan eindelijk zo ver: mijn Whitsundays trip op de Eureka II, een racejacht dat oorspronkelijk werd gebruikt in de haven van Sydney. Hier ontmoette ik de Canadese Jamie weer die ik kende van Noosa. Het eerste halfuur op de boot voelde ik me "on top of the world" en leerden we elkaar allemaal kennen. Na een tijdje begon ik me echter wat misselijk te voelen. Ik nam er een pil tegen maar omdat deze preventief werken was het al te laat. Jeetje wat voelde ik me beroerd zeg. Omdat het die ochtend dat we vertrokken supervroeg was, had ik ook nog geen fatsoenlijk ontbijt gehad. Dit maakte het er dan ook niet beter op. Tegen de lunchtijd probeerde ik wat te eten, maar zonder succes. Wat was ik blij de silicastranden van Whitehaven Beach te zien. Ik kreeg wat mueslirepen mee, zodat ik wat kon eten wanneer ik me beter voelde. We werden met een klein rubber motorbootje aan wal gebracht. Onderweg zagen we een enorme zeeschildpad, die zich tevens naar Whitehaven bewoog. Gaaf!
Eerst deden we er een wandeling naar een lookout point, vanaf waar we het complete strand konden overzien. Ik begrijp waarom men dit als één van de mooiste stranden ter wereld beschouwt. De kleuren van het water en het strand leken onwerkelijk, zo mooi. Bijna onecht zelfs.
Eenmaal op het strand zelf begon ik me weer goed te voelen. Ik at wat, nam vervolgens nog een pil (de vorige had ik immers uitgekotst) en kon weer genieten van alles. In onze stingersuits konden we zwemmen en dit deden we dan ook een tijdje. Zeeziek ben ik vervolgens niet meer geweest.
Die avond gooide de bemanning van het schip het anker uit in rustig water, waar we die nacht zouden blijven. Er werd ons een heerlijk maaltje voorgeschoteld van van-alles-en-nog-wat. En laat ik nou gek zijn op van-alles-en-nog-wat. We kletsten nog wat na, bekeken de sterren (ook hier supergoed te zien) en kropen in onze kajuit voor een nacht op het water.
De volgende dag was snorkeldag. Mijn eerste keer, dus ik had er superveel zin in. Ik voelde me direct thuis in het water en vond het door mijn mond ademen niet zo erg. De plek die men had uitgekozen om te snorkelen was werkelijk wonderschoon. Met kleurrijk koraal in bijzondere vormen en vissen in alle soorten en maten was het geheel zeer indukwekkend. Scholen vissen kwamen superdichtbij en leken geen angst voor ons te kennen. Ik was blij dat ik er de eerste 20 minuten op los klikte met mijn camera, want hierna liep 'ie vast, om er gewoonweg mee te stoppen. Shit! Ik mocht de laptop lenen van één van de anderen, zodat ik kon checken of mijn foto's ongedeerd waren en gelukkig staan ze allemaal veilig op mijn memorycard. Jammer van de camera, die ik nog maar 4 maanden had, maar zoiets is vervangbaar en dus geen enorme ramp.
Terug aan boord had de kapitein minder goed nieuws: we zouden die dag terug moeten naar Arlie Beach, in verband met een opkomende cycloon. Wat teleurgesteld begaven we ons naar onze laatste stop in the Whitsundays: een mooi strand, waar we nog wat relaxten. Hierna begon de spannende terugreis. Het weer was wat omgeslagen, wat betekende dat de boot soms balanceerde op 1 zijde en we moesten ons meermaals vastgrijpen aan de reling. Het klinkt nu dramatischer dan het was, want het voelde op geen enkel moment gevaarlijk. Het is wat je soms hebt bij zeilen, kennelijk:) Zeker iets dat ik ooit weer zou willen doen. Eenmaal terug spraken we met de kapitein over een refund voor de dag en nacht die we nu zouden missen. Hij gaf een bepaald bedrag aan dat het reisbureau had voorgesteld maar zei tevens dat we daar naartoe konden gaan om te onderhandelen. Omdat we het bedrag onredelijk vonden, deden we dit. Met het zout nog in onze haren en de zee in onze benen, liepen we terug. We leenden de knalgele schippersjassen van de boot tegen de regen. Heel wat mensen verdraaiden hun nek, maar we brachten wel een lach op hun gezicht en op onze eigen gezichten. Eenmaal bij het reisbureau aangekomen, bleek de vork anders in de steel te zitten: de dame moest de kapitein bellen om te onderhandelen, wat dus aangaf dat hij degene was die het bedrag vaststelde. Wat een domper! We besloten ons schuldgevoel bij het onderhandelen te vergeten en te gaan voor wat ons redelijk leek. Het was immers een dure grap die Whitsundays trip. Uiteindelijk kwamen we op een redelijk bedrag uit. Hierna moesten we een hostel regelen. Mijn hostel was zo vriendelijk om de nacht van na de Whitsundays naar die avond te verschuiven. Mijn bier moest ik echter bij de receptie achterlaten, omdat ze een bar hebben en je geen eigen alcohol mag meenemen. Ik regelde de bus voor de ochtend erna naar Townsville en een hostel daar en kwam er te laat achter hoe laat de receptie zou sluiten. Dag bier... En toen bedacht ik me ineens iets: ik had mijn tablet op de boot laten liggen. En dus moest ik terug. Omdat het ergens achteraf was, het ver lopen zou zijn en het inmiddels donker was, belde ik een taxi. En wat was ik blij mijn tablet terug te hebben, met hierop alle foto's van Nieuw-Zeeland en Australië! Die avond luisterden de Canadese Jamie, de Zweedse Sofie en Josefin en ik naar live muziek en gingen hierna stappen en hadden een hele leuke avond, de domper van de trip vergetend.
Ook first world problems, die me de afgelopen dagen leken te achtervolgen, gaan voorbij. Alles in perspectief gezien, heb ik een geweldige tijd gehad in Airlie Beach en The Whitsundays en heb ik er een heleboel nieuwe herinneringen bij.
De vroege bus bracht Jamie en mij naar Townsville en Sofie en Josefin naar Cairns. Tijd om gedag te zeggen dus. In Townsville zou ik 1 nacht verblijven om de dag erna naar Magnetic Island - liefkozend Maggie Island genoemd door Ozzies - te gaan, waar ik 2 nachten zou blijven. "Zou" inderdaad, want ik kreeg een onderbuikgevoel, wat me zei niet te gaan. Ik besloot hiernaar te luisteren en cancelde. Een last viel van me af toen ik de bus voor morgen naar Cairns wist te boeken, evenals een nacht in een hostel. Vandaag in Townsville bezocht ik een marktje en liep wat rond. Ook heb ik een nieuwe camera gevonden.
Yes, I'm back!
Liefs
zaterdag 22 februari 2014
Brisbane: sushi, musea, strand en verlengen van hostels en meer strand in Noosa. En een hele lange titel
Zoals mijn vorige post al min of meer aangaf, heb ik veel tijd besteed in Brisbane. Op sommige momenten voelde ik dat ik niet genoeg deed. Op andere momenten genoot ik van het relaxen, de stad, sushi en natuurlijk het goede gezelschap van mijn vrienden. Ook gaf het me tijd eerdere ervaringen op me te laten inwerken, want wat gaat de tijd snel en wat heb ik al veel mogen beleven!
Brisbane laat zich opsommen door kunst, cultuur, diversiteit en benauwende hitte. Oh en het verlengen van mijn hostel, wat ik wel 100 keer gedaan heb, zonlijkt het.
Ik heb veel tijd besteed in art galleries en musea. We hebben gelachen om sommige vreemde dingen die men kunst noemt in the modern art gallery. Een wit wollig bos vond ik geweldig. "No touching" zei het bordje echter. Helaas!
Het strand zoog ook veel van onze tijd op. Het was een strand, gemaakt door mensen, maar het relaxen daar bleek wat we allemaal echt een tijdje nodig hadden.
De Australian Zoo (Steve Irwin zoo) was werkelijk geweldig. De dag die Philip en ik hadden gekozen was echter de warmste van alle dagen in Aussie tot nu toe. Maar wat een dierentuin. Soms ben ik in tweestrijd over het welzijn van dieren. Ik bedoel: we stoppen dieren in hokken zodat we "aapjes" kunnen kijken. Aan de andere kant geniet ik van een bezoekje dierenuin - mits hun verblijf in orde is - en denk ik dat we op deze manier veel kunnen leren, plus soms behoedt het een soort van uitsterven. Goed, teug naar de Australian Zoo. Erg goed voor elkaar daar! Natuurlijk ogende verblijven met voldoende ruimte, persoonlijke aandacht voor alle dieren door de betrokken verzorgers, de dieren krijgen uitdagingen in de vorm van beweging en spelletjes met eten als beloning. De show vond ik heel indrukwekkend. Een immens grote alligator werd gevoerd en de verzorgers daagden hem uit. Je hoorde het klappen van de kaken, wanneer hij zijn prooi (stuk vlees, niet de verzorgers) te pakken had. Daarna werden er allerlei vogels losgelaten, variërend van mini-papegaaitjes tot de op 4 na grootste Andescondor ter werele, sowieso al de grootste vliegende vogel ter wereld, met en spanwijdte van ongeveer 3 meter (!!). Wow wat een enorme vogel is dat. En zo knap hoe de verzorgers allerlei dingen aan de dieren leren. Ze legden hierbij uit dat ze dit voornamelijk doen als uitdaging voor de dieren zelf, zodat deze hun beweging krijgen en niet verveeld raken. In feite is het dus niet voor de show, maar voor de dieren. Een goede instelling, vind ik. Alle krokodillen in de dierentuin die zijn gevangen door Steve Irwin vond ik ook indrukwekkend. Verder heb ik eindelijk een Tasmaanse Duivel gezien, Dingo's, de meest giftige slangen ter wereld - waarvan ik er toch echt één kon identificeren met de slang die ik in de Blue Mountains zag (slik!) - en Koala's en Kangoeroes (en Wallaby's). De Koala kon je aaien, wat ik dan ook gedaan heb en de Kangoeroes liggen overal en nergens te chillen. Ook hen kon je aaien. Als ze liggen lijken het net mensen. Dat vroeg natuurlijk om een foto! Die volgen nog via Facebook. Tot slot heb ik een baby-alligator vastgehouden:)
Verder heb ik in Brisbane een leuke boottocht gedaan met de hele groep, waarbij we prachtige uitzichten hadden over de rivierbanken. Top dus! Daarnaast vond ik the Botanic Gardens erg gaaf. Hier ben ik met Rhian en Josh naartoe geweest. Naast geweldige en soms bizarre planten, is er een planetarium. We hebben een voorstelling bijgewoond: Cosmic Collisions. Deze documentaire gaat over hoe ons universum en alles daarbinnen gevormd is en wordt door samensmeltingen, waarbij ongelooflijke hoveelheden energie vrij komen. Ik leerde dat onze maan in slechts 1 maand is gevormd en hoe na de oerknal brokken meteoriet op aarde werden gesmeten, waardoor onze aarde haar vorm kreeg. Wat een krachten komen hierbij kijken. Dit laat je toch wel weer even zien hoe klein, nietig en onbelangrijk je als mens bent in dit geheel. Daarbij was dit niet zomaar een docu, maar de zaal was zo gaaf! Het had de vorm van een koepel en we keken omhoog, waarbij het gebolde plafond als scherm diende. Hierdoor leek het net of we echt diep de nacht in keken en waande ik me ergens ver weg van hier. Heel erg bijzonder, helemaal voor iemand die als jong meisje een telescoop kocht om naar de sterren en de maan te turen. Oh en de verteller was Robert Redford, ook dik voor elkaar dus! Na deze documentaire, werd ons van alles uitgelegd over de hemel boven Brisbane. Ook werd aangegeven wat we die avond zouden kunnen zien. Jupiter zou zichtbaar zijn en daarnaast zelfs wat rode reuzen (sterren die aan het eind van hun leven zijn gekomen). Uiteraard hebben we die avond gekeken wat we zagen en we herkenden inderdaad Jupiter en een rode reus!
Ook leuk in Brisbane vond ik de filmavondjes in het hostel, waar in een heuse cinema nieuwe films werden vertoond. De traditie van samen koken hebben we ook in ere gehouden. Deze oude taditie stamt nog uit onze tijd in Sydney. Een eeuwigheid geleden, zo voelt het. In werkelijkheid slechts 4 weken. Een leuk marktje verschafte ons de nodige inspiratie en verse ingrediënten.
De laatste avond hebben we goed besteed met een avondje stappen en illegaal wijn drinken in het hostel. Boefjes zijn we, livin' on the edge...
De reden hiervoor is echter gegrond, vind ik. Het hostel heeft namelijk een eigen bar, om geld te kloppen van backpackers. De drankjes zijn redelijk geprijsd, maar je mag geen eigen alcohol in het hostel brengen. Dit betekent dus dat je altijd afhankelijk bent van de hostelbar, het kost je meer geld en je bent gebonden aan hun belachelijke regels en nog meer belachelijke thema-avonden. Topless-waitress, anyone? Dit is geen grapje. Het ironische aan het illegaal wijn drinken, was dat we van plan waren een film te kijken over de drooglegging in Amerika in de jaren '20. Uiteindelijk keken we wat luchtigers (How I Met Your Mother) en hadden we onzin-gesprekken. En soms wil je gewoon even relaxen met een rood wijntje.
Tijdens het stappen werd er een danswedstrijd gehouden, waarbij een dronken jongen zijn broek naar beneden trok en de menigte in shock bracht door zijn harige bips te tonen. Soms denk ik echt: "waar ben ik nú weer beland?".
Hierna ben ik in de bonte bus (met diererprint bekleding, het is de Australian Zoo bus kennelijk) naar Noosa gestapt, waar witte stranden en een national park op me wachtten. De eerste avond organiseerde het hostel een kennismaking, waar ik een aantal hele leuke mensen ontmoette. Met Min en Astrid liep ik de volgende dag een prachtige wandeling in het Noosa National Park. De weg slingerde langs de kust, waar de ruige zee op duistere rotsformaties knalde en we genoten van alle surfers in het water. De zee is hier perfect voor surfen en veel mensen kunnen dan ook wat meer dan alleen op het board staan. Heel bijzonder om te zien! Tijdens de wandeling kwam ik Philip tegen en we spraken af die avond uit te gaan. Die middag nog even genoten op het strand, waar ik mijn zonnebril verloor in de golven. Ik dacht dat er een sterke stroming stond in Byron Bay en dat de golven daar al behoorlijk waren, maar dat is niets vergeleke met hier in Noosa. Wanneer er een golf komt, kun je bijna niet blijven staan, wat me meestal dan ook niet lukte.
En toen maar eens een fatsoenlijk maaltje bereid in de keuken, die wederom veel te klein is voor de hoeveelheid gasten in het hostel. Ik weet niet wat het is in Aussie, maar de keukens zijn tot nu toe echt waardeloos. Niet genoeg pitjes, veel te weinig borden en bestek of geen ventilatie waardoor het te warm is om langer dan 5 minuten in de keuken te staan. Of alles tegelijk.
Die avond stappen was weer redelijk bizar. Er werd gevraagd wie er mee wilde doen met een wet-t-shirt competition. Ik hoef denk ik niet te zeggen dat ik me uiteraard meteen heb ingeschreven? Grapje natuurlijk! De mensen die meededen deden werkelijk alles om de prijs in de wacht te slepen: 100 dollar. Een beetje sneu eigenlijk, hoewel de heren dit uiteraard tegen spraken. De rest van de avond was verder gezellig.
De dag erna heb ik nog een wandeling gedaan in het National Park, samen met Philip en de Duitse Lucas uit mijn dorm. We zagen surfers wachten op een goede golf en vervolgens van af de rotsen de zee in springen. Supergevaarlijk natuurlijk, dus ik was blij te zien dat ze wel cht wisten wat ze deden. Hierna nog weer even genoten op het stand en afgekoeld in de golven. Mijn nieuwe zonnebril - die ik overigens direct heb aangeschaft na het verliezen van de vorige, omdat de uv-straling hier zo sterk is dat je echt niet zonder kunt - nam ik maar niet meer mee het water in...
Gisteravond boekte ik Fraser Island en zojuist heb ik een 3-daagse trip in The Whitsundays geboekt voor volgende week donderdag tot en met zaterdag. Dit was een tip van een meisje uit mijn dorm. Zij gaat hem dan ook doen, dus supergezellig. Daarnaast heb ik eindelijk de "sprong" gewaagd en een skydive geboekt voor volgende week woensdag. Deze zal ook in The Whitsundays plaatsvinden. Vind het nu al spannend en een beetje eng, maar dit is alijd al een droom geweest, dus schop onder de kont en gaan! We zullen het zien.
Liefs
maandag 17 februari 2014
De verslaving die gezelschap heet
Een blogje van een ander kaliber: de verslavende werking die gezelschap heeft. Tenminste, op mij.
Ik begon mijn reis alleen. Echter merkte ik al snel dat alleentijd er eigenlijk bijna niet in zit, behalve onder de douche op of het toilet. Whooptidoo daarvoor. In hostels ben je met grote getale en er is altijd wel wat te doen, iemand die je meevraagt ergens naartoe of jijzelf die uitroept dat je iets gaat doen, waarna anderen zich bij je aansluiten. Daarom voelde het in Nieuw-Zeeland soms als een bevrijding om eventjes alleen te zijn in een dorm of een momentje te pakken tijdens een wandeling. Op die momenten beschouwde ik alles wat ik meemaakte en dacht na over de toekomst en hoe ik deze vorm ga geven. Dit was van tevoren één van de kernwaarden die ik aan mijn reis verbond, voor persoonlijke groei en om echt stappen te nemen wat betreft de toekomst.
En toen was daar Australië en de groep mensen die ik in Sydney ontmoette. We hebben veel tijd samen besteed, soms zelfs wat te veel. Kleine irritaties speelden af en toe de kop op, maar ook dat hoort er soms bij.
Toch kregen we maar geen genoeg van elkaar. Het lot wist ons steeds weer samen te brengen. Het lot? Natuurlijk deden we dit gewoon zelf. En hoe meer tijd we samen besteedden, hoe moeilijker het werd om onszelf los te maken van elkaar. Diverse symptomen wisten zich naar de oppervlakte te werken, net als bij een verslaving. Serotonine kwam vrij wanneer we weer nieuwe fijne herinneringen creëerden.
Daarnaast de afhankelijkheid wanneer we wachtten op elkaar, soms voor uren, voor we een beslissing namen wat we een betreffende dag wilden doen. In onze uppies ondernamen we niets meer. Ik heb hierdoor enkele mooie stranden van Sydney gemist bijvoorbeeld. Het is geen ramp van omvang jezelf-in-slaap-huilen-s' nachts, maar jammer is het toch wel. Maar wat daar tegenover stond en staat was zo waardevol: nieuwe vriendschappen, die in een situatie als deze erg welkom zijn, verdieping geven en ook gewoonweg lol.
Stiekem is er daarnaast een angst om alleen te zijn. Ik denk dat iedereen deze angst wel in meer- of mindere mate in zich heeft. Dit is wat helpt de "verslaving" in stand te houden. Wie ben je immers zonder anderen? Wat is de waarde van alles als je het niet deelt?
Wanneer ik me eindelijk losweek van de hechte groep, zullen er dan onthoudingsverschijnselen optreden? Misselijkheid? Koorts? Waarschijnlijk niet, want ik zal vast weer op zoek gaan naar een nieuwe kick: nieuwe mensen die nieuwe inzichten, het delen van ervaringen en het bevestigen van mij als individu zullen bewerkstellingen. Want dat is uiteindelijk waar het allemaal over gaat. En dat is wat vriendschap is.
Daarom ook een shoutout naar al mijn lieve vrienden thuis: reizen maakt dat ik jullie vriendschap alleen maar meer waardeer en stuk voor stuk zijn jullie bijzondere mensen, die mijn leven en kijk op het leven verrijken.
En een tweede shoutout gaat naar alle mensen die ik heb ontmoet tijdens het reizen: bedankt voor de mooie tijden en inspiratie. En bedankt voor de nieuwe inzichten en wijze levenslessen;)
Liefs