zaterdag 8 maart 2014

Zout in mijn haar, de zee in mijn benen

Na mijn vorige blog, gaan we dit keer van Noosa naar Rainbow Beach, vanaf waar je het snelste naar Fraser Island kunt. De eerste avond kletste ik bij met de Nederlandse Ruben, die ik nog kende uit Rotorua, Nieuw-Zeeland. Het hostel organiseert iedere dag een gratis zonsondergang-wandeling naar Carlo's Sandblow, waar je kunt sandboarden. Een stuk minder spectaculair dan in de buurt van Cape Reinga, Nieuw-Zeeland, maar nog steeds supergaaf om te doen. En ook nog steeds superzwaar om omhoog te lopen in het zand. Kapitein Cook heeft deze plaats vernoemd naar één van zijn bemanningsleden, toen hij hier aan land kwam, back in the days (1770). Carlo dus. Ik denk me in hoe grappig het er uit moet zien als de complete bemanning van deze heuvel af bodysurft. De zonsondergang daar was supermooi. Denk witte stranden, een vurige kleurrijke lucht, uitzicht over bos en goed gezelschap. Je kon je laten zakken in het zand, alsof je in een soort troon zat. Hier kwam ik erachter waarom het "Sandblow" heet: o-ver-al zand, door de stevige wind. Hierna hebben Ruben en ik pizza gegeten met twee leuke mensen die we tijdens deze wandeling ontmoetten.
De dag erna heb ik mijn eerste surfles gehad. Rainbow Beach is er een geweldige locatie voor, met haar gekleurde stranden. Vandaar ook de naam "Rainbow Beach". Met deze achtergrond is het vallen en opstaan dat hoort bij leren surfen, beslist geen straf. Ook het zoute water in mond, neus en ogen mocht de pret niet drukken. Ik heb zelfs bijna gestaan. Mijn voorste been kreeg ik rechtop en ik leunde op mijn achterste knie. Toen ik probeerde ook op dit been te staan, vloog ik helaas van het board af. De stroming en de hoge golven maakten het surfen beslist niet makkelijker. Na elk half uur surfen, moesten we wel 300 meter teruglopen naar ons startpunt, puur en alleen door de stroming. Ik ga zeker nog proberen te surfen in de toekomst. Wellicht is Indonesië er een mooie plek voor, met dan als doel: daadwerkelijk staan en gaan!
Vrijdag was mijn Fraser Island dag. Al vroeg haalde de bus iedereen op om met de ferry over te steken naar Fraser. Vlak bij de kust van Fraser zag ik een dolfijn, maar toen ik dit naar de anderen riep, kwam 'ie uiteraard niet meer boven. Eenmaal op Fraser Island reden we eerst een stuk over het strand, wat ik persoonlijk echt heel vet vond. De gids, die heel veel wetenswaardigheden over het eiland bezit, gaf aan uit te kijken naar Dingo's, die veel voorkomen op Fraser. Fraser Island was vroeger een eiland waar men hout kapte en bewerkte: logging. De weg over het eiland is dan ook een oude "logging-road". Nou, dat hebben we geweten. Het voelde alsof we in een achtbaan zaten en werden meermaals uit onze stoel gelanceerd, slechts tegen gehouden door de gordel (veiligheid boven alles, kinderen, ik heb me netjes aan de regels gehouden). Het vreemde is dat ik normaliter snel wagenziek wordt, maar er die hele dag geen last van heb gehad.
Na een kop koffie met een overheerlijke blueberry muffin, reden we naar Lake Mackenzie, vernoemd naar één van de families die destijds op het eiland woonde voor de logging-industrie. Het meer is compleet gevormd door regenwater en heeft een azuurblauwe kleur. Het zand is spierwit. Ik heb heerlijk in het meer gezwommen met wat leuke mensen uit de bus. Omdat het een volle dag was, hadden we hier ongeveer 1,5 uur de tijd. Niet zo lang, maar wel genoeg. We deden nog een regenwoudwandeling en genoten hierna van een goedgevuld lunchbuffet.
We reden vervolgens een heel stuk over het strand, om bij een plek aan te komen met prachtig gekleurd zand. Door erosie waren verschillende lagen goed te zien. Van rood tot geel tot spierwit, het was er allemaal. Het kleine broertje van Rainbow Beach, net zo mooi als zijzelf.
Wat we hierna bezochten vond ik één van de gaafste en mooiste dingen die ik in Aussie heb gezien. Een compleet verroest scheepswrak, waarvan je slechts het geraamte nog herkent. Door de roest oranje gekleurd. Krabben verstopten zich in alle kleine schuilplaatsjes die het schip herbergt en mosselen groeien aan de onderkant, waar het water het schip aanraakt bij vloed.
We konden helaas de zee niet verder in dan met onze voeten, vanwege de kwallen, mantaroggen en haaien die zich in de wateren bij Fraser schuilhouden. In Eli's Creek haalden we dit dan ook in, tevens ons laatste punt van het programma. Hierna reden we over het strand terug naar de ferry. En ja hoor, eindelijk zagen we ze dan: dingo's. Twee jonge dingo's welteverstaan. Ze bekeken de bus met een enorme nieuwsgierigheid. Omdat ze wild zijn, moet je ze echter niet aanhalen en voeren. Wanneer ze de keer daarop niet gevoerd worden, kunnen ze erg agressief reageren. Dingo's zijn afstammelingen van tamme honden. Toen er lang geleden eens een schip aanmeerde op het eiland, ging de bemanning van boord en liet de honden die mee waren vrij om ze op zoek te laten gaan naar voedsel. Na enkele dagen waren de honden nog niet terug en waren ze nergens meer te bekennen. Het schip stond echter op het punt te vertrekken. Men besloot de honden daarom maar achter te laten op het eiland. Dat waren dus de eerste dingo's, die hierna al snel verwilderden.
Terug in Rainbow Beach keek ik samen met wat anderen twee films en sliep hierna als een baby.
Mijn laatste dag in Rainbow heb ik de rest van mijn reis in Australië gepland met behulp van de vriendelijke dame van Travel Bugs, een bekend reisbureau in Australië. En met gratis internet en wifi en dus vol backpackers. Hierna was het plan om een middagje aan het strand te liggen, maar ik waaide er steeds vanaf. Na een half uurtje hield ik het voor gezien en ging terug naar het hotel, waar ik Ruben weer tegenkwam, die terug was van zijn 3-daagse Fraser Island tripje. Met een groep zijn we weer pizza gaan eten in hetzelfde tentje als de vorige keer. Echt de beste pizza's die ik in lange tijd heb gegeten. Die avond was er een strandfeest. Hier dronken we een biertje en bekeken twee mensen die "speelden met vuur". Ik kan niet op de naam komen, maar het zijn kabels/touwen met een vuurbol. Erg knap wat ze hier allemaal mee konden. Tegen de pikzwarte nacht stak het geweldig mooi af. Daarnaast heb ik nooit zo'n indrukwekkende sterrenhemel gezien als daar. Omdat Rainbow Beach slechts een klein dorpje is, is er 's avonds zo goed als geen lichtvervuiling. De Melkweg was hierdoor geweldig mooi in beeld. Ik kon niet stoppen met kijken.

De dag erna had ik een bus naar Agnes Water - Town of 1770, vernoemd naarhet jaartal waarin kapitein James Cook in Aussie aan land ging - waar ik slechts een nacht en een dag zou zijn. Ik ontmoette er geweldige mensen en heb de hele avond goede gesprekken gehad. De volgende dag ben ik met een paar mensen uit het hostel naar het strand gegaan, waar we bodysurfen uitproberen. Dit is surfen op de golven zonder board. Je blijft dan ook in het water liggen en wanneer de golf breekt peddel je je een ongeluk. Het lukt me 1 keer en verloor hierbij bijna mijn complete bikini. Dus... best lastig. Heel vreemd aan dit gedeelte van de kust waren alle mini-kwalletjes. Je voelde ze continu tegen je aankomen, maar gelukkig zijn deze ongevaarlijk. Omdat het stinger-season is, moet je op de meeste plekken een stinger-suit aan om je te beschermen als je de zee in gaat en vanwege de sterke stroming kun je op sommige plekken helemaal niet zwemmen. Fijn dus dat dit hier nog wel kon.
Goed, na wat vermaak in de golven, een heerlijke lunch bereid en toen zijn we naar een lookout punt gegaan, vanaf waar je de baai overzag. Ook naar een secret beach geweest. Hier was werkelijk niemand. Makkelijk te bereiken was het echter niet. Stijl naar beneden en met losliggende stenen, bladeren etc. En dus op slippers een hele kluif. Ik kwam ongeschonden uit de strijd, maar mijn bips heeft het echter geweten. Ik viel er 3 keer op. Toen mijn mond openviel en niet meer dicht wilde, wist ik dat het het waard was geweest; wat een strand en wat een mooie rotsen en azuurblauwe zee.

Die avond nam ik de nachtbus naar Airlie Beach, de plaats vanaf waar je de Whitsundays goed kunt bereiken. De eerste dag heb ik eerst bijgeslapen in de dorm die ik toen nog compleet voor mezelf had. Heerlijk! Hierna heb ik het dorpje wat verkend en toen ik terugkwam was de dorm bijna compleet gevuld. We maakten kennis met elkaar en spraken af die avond gezamenlijk te gaan eten in de bar van ons hostel. Wanneer je in het hostel verblijft krijg je elke dag een voucher voor een maaltijd naar keuze inclusief een drankje voor 6,50. Daar kun je zelf nauwelijks een maal voor bereiden in duur Australië! En prima eten ook!
Het koken in hostels ben ik echt gaan haten in Ozzie.
- De keukenvoorzieningen zijn er echt zoveel slechter dan in Nieuw-Zeeland. Staks in Thailand en Indonesië kun je in de meeste hostels niet eens koken, omdat er geen voorzieningen voor zijn, dus dan moet ik "helaas" elke dag uiteten, BAH! Mede-reizigers hebben me al voorbereid op het geweldige eten daar, dus ik ben benieuwd. Ik wilde dat ik wat mee kon nemen voor de mede-foodies onder jullie (iedereen, I guess?).-
Na het eten wierp ik een blik naar buiten en wie zag ik daar? Philip. We komen elkaar echt overal tegen, supergrappig. Die avond met hem en twee mensen uit zijn dorm besteedt. Erg gezellig.
De dag erna werd mijn skydive afgelast vanwege harde wind en regenbuien, ontzettend jammer, maar het staat weer op mijn bucket-list. Er moet immers wat te dromen overblijven. Door het koppel uit mijn dorm werd ik uitgenodigd een kop koffie met hen te drinken vóór zij verder zouden reizen om op een fruitfarm te gaan werken. Wanneer je je 2ejaars working-visa wilt krijgen, moet je 3 maanden boerderijwerk hebben gedaan in Australië.
En toen was het dan eindelijk zo ver: mijn Whitsundays trip op de Eureka II, een racejacht dat oorspronkelijk werd gebruikt in de haven van Sydney. Hier ontmoette ik de Canadese Jamie weer die ik kende van Noosa. Het eerste halfuur op de boot voelde ik me "on top of the world" en leerden we elkaar allemaal kennen. Na een tijdje begon ik me echter wat misselijk te voelen. Ik nam er een pil tegen maar omdat deze preventief werken was het al te laat. Jeetje wat voelde ik me beroerd zeg. Omdat het die ochtend dat we vertrokken supervroeg was, had ik ook nog geen fatsoenlijk ontbijt gehad. Dit maakte het er dan ook niet beter op. Tegen de lunchtijd probeerde ik wat te eten, maar zonder succes. Wat was ik blij de silicastranden van Whitehaven Beach te zien. Ik kreeg wat mueslirepen mee, zodat ik wat kon eten wanneer ik me beter voelde. We werden met een klein rubber motorbootje aan wal gebracht. Onderweg zagen we een enorme zeeschildpad, die zich tevens naar Whitehaven bewoog. Gaaf!
Eerst deden we er een wandeling naar een lookout point, vanaf waar we het complete strand konden overzien. Ik begrijp waarom men dit als één van de mooiste stranden ter wereld beschouwt. De kleuren van het water en het strand leken onwerkelijk, zo mooi. Bijna onecht zelfs.
Eenmaal op het strand zelf begon ik me weer goed te voelen. Ik at wat, nam vervolgens nog een pil (de vorige had ik immers uitgekotst) en kon weer genieten van alles. In onze stingersuits konden we zwemmen en dit deden we dan ook een tijdje. Zeeziek ben ik vervolgens niet meer geweest.
Die avond gooide de bemanning van het schip het anker uit in rustig water, waar we die nacht zouden blijven. Er werd ons een heerlijk maaltje voorgeschoteld van van-alles-en-nog-wat. En laat ik nou gek zijn op van-alles-en-nog-wat. We kletsten nog wat na, bekeken de sterren (ook hier supergoed te zien) en kropen in onze kajuit voor een nacht op het water.
De volgende dag was snorkeldag. Mijn eerste keer, dus ik had er superveel zin in. Ik voelde me direct thuis in het water en vond het door mijn mond ademen niet zo erg. De plek die men had uitgekozen om te snorkelen was werkelijk wonderschoon. Met kleurrijk koraal in bijzondere vormen en vissen in alle soorten en maten was het geheel zeer indukwekkend. Scholen vissen kwamen superdichtbij en leken geen angst voor ons te kennen. Ik was blij dat ik er de eerste 20 minuten op los klikte met mijn camera, want hierna liep 'ie vast, om er gewoonweg mee te stoppen. Shit! Ik mocht de laptop lenen van één van de anderen, zodat ik kon checken of mijn foto's ongedeerd waren en gelukkig staan ze allemaal veilig op mijn memorycard. Jammer van de camera, die ik nog maar 4 maanden had, maar zoiets is vervangbaar en dus geen enorme ramp.
Terug aan boord had de kapitein minder goed nieuws: we zouden die dag terug moeten naar Arlie Beach, in verband met een opkomende cycloon. Wat teleurgesteld begaven we ons naar onze laatste stop in the Whitsundays: een mooi strand, waar we nog wat relaxten. Hierna begon de spannende terugreis. Het weer was wat omgeslagen, wat betekende dat de boot soms balanceerde op 1 zijde en we moesten ons meermaals vastgrijpen aan de reling. Het klinkt nu dramatischer dan het was, want het voelde op geen enkel moment gevaarlijk. Het is wat je soms hebt bij zeilen, kennelijk:) Zeker iets dat ik ooit weer zou willen doen. Eenmaal terug spraken we met de kapitein over een refund voor de dag en nacht die we nu zouden missen. Hij gaf een bepaald bedrag aan dat het reisbureau had voorgesteld maar zei tevens dat we daar naartoe konden gaan om te onderhandelen. Omdat we het bedrag onredelijk vonden, deden we dit. Met het zout nog in onze haren en de zee in onze benen, liepen we terug. We leenden de knalgele schippersjassen van de boot tegen de regen. Heel wat mensen verdraaiden hun nek, maar we brachten wel een lach op hun gezicht en op onze eigen gezichten. Eenmaal bij het reisbureau aangekomen, bleek de vork anders in de steel te zitten: de dame moest de kapitein bellen om te onderhandelen, wat dus aangaf dat hij degene was die het bedrag vaststelde. Wat een domper! We besloten ons schuldgevoel bij het onderhandelen te vergeten en te gaan voor wat ons redelijk leek. Het was immers een dure grap  die Whitsundays trip. Uiteindelijk kwamen we op een redelijk bedrag uit. Hierna moesten we een hostel regelen. Mijn hostel was zo vriendelijk om de nacht van na de Whitsundays naar die avond te verschuiven. Mijn bier moest ik echter bij de receptie achterlaten, omdat ze een bar hebben en je geen eigen alcohol mag meenemen. Ik regelde de bus voor de ochtend erna naar Townsville en een hostel daar en kwam er te laat achter hoe laat de receptie zou sluiten. Dag bier... En toen bedacht ik me ineens iets: ik had mijn tablet op de boot laten liggen. En dus moest ik terug. Omdat het ergens achteraf was, het ver lopen zou zijn en het inmiddels donker was, belde ik een taxi. En wat was ik blij mijn tablet terug te hebben, met hierop alle foto's van Nieuw-Zeeland en Australië! Die avond luisterden de Canadese Jamie, de Zweedse Sofie en Josefin en ik naar live muziek en gingen hierna stappen en hadden een hele leuke avond, de domper van de trip vergetend.
Ook first world problems, die me de afgelopen dagen leken te achtervolgen, gaan voorbij. Alles in perspectief gezien, heb ik een geweldige tijd gehad in Airlie Beach en The Whitsundays en heb ik er een heleboel nieuwe herinneringen bij.
De vroege bus bracht Jamie en mij naar Townsville en Sofie en Josefin naar Cairns. Tijd om gedag te zeggen dus. In Townsville zou ik 1 nacht verblijven om de dag erna naar Magnetic Island - liefkozend Maggie Island genoemd door Ozzies - te gaan, waar ik 2 nachten zou blijven. "Zou" inderdaad, want ik kreeg een onderbuikgevoel, wat me zei niet te gaan. Ik besloot hiernaar te luisteren en cancelde. Een last viel van me af toen ik de bus voor morgen naar Cairns wist te boeken, evenals een nacht in een hostel. Vandaag in Townsville bezocht ik een marktje en liep wat rond. Ook heb ik een nieuwe camera gevonden.
Yes, I'm back!

Liefs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten